20 December 2012

Een dominicaan in de wereld van de Islam

Ga naar overzicht

Deel op:

p 11 december promoveerde de Franse dominicaan Jean Druel (41) aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Zijn dissertatie is een semantisch onderzoek naar drie Arabische verhandelingen over de grammatica van de telwoorden uit de eerste vier eeuwen na Christus. Een verslag van zr. Hadewych Snijdewind o.p.

De semantiek is de leer die betekenissen en interpretaties daarvan onderzoekt. Het Arabische woord voor betekenis is ma’ná. Daarvan uitgaande onderscheidde de promovendus vijf belangrijke betekenisdomeinen: het intentionele, communicatieve, cognitieve, formele en het extra-linguistische betekenisdomein. Dat laatste gaat over woordvorming en wijze van uitdrukken die verbijzondering aanbrengen in het gebruikelijke raster van de taalwetenschap.

Jean Druel o.p. met de Nederlandse provinciaal overste Ben Vocking o.p.

Er is maar één 1

Jean Druel wilde aantonen dat betekenislaag van een telwoord alléén te weinig te kennen geeft van wat het telwoord in de eerste vier eeuwen na Christus uitdrukte. Ook wilde hij ontdekken of de drie manuscripten eenzelfde ontwikkeling hebben gekend of meer op zichzelf staan. Dat laatste bleek het geval te zijn: het zoeklicht van de drie grammatici verschilt aanzienlijk.
Levert dit concreet wat op in onze tijd? Ik denk van wel, vooral in de interreligieuze dialoog en de moeilijkheden bij het  getal 1. Wij zijn zo gewend in afgepaste maten te denken: ‘God is één, een ‘stuk’, er is er maar ‘1’, geen twee of drie.

Maar wat gebeurt er als we daar vragen bij leggen als: waarom moet je de ‘Niet te ontcijferen God’ aanduiden met één? Of aan naamsverandering doen en de door de mens niet te ontcijferen God drievuldig noemen: ‘Vader, Zoon en Geest’? Het gaat hier niet om theologie of exegese, maar om het feit dat achter telwoorden intenties, communicatie, nieuwe woordvorming, kennis en formele logica schuil gaan, die van invloed zijn op de betekenis en daarmee op het gebruik van een telwoord.

De hoogleraren van de Radboud Universiteit Nijmegen nemen plaats voor de verdediging van de promotie.

Feitelijk werd er reeds tweeduizend jaar geleden systematisch naar gezocht hoe mensen op goede wijze konden samenleven in hun eigentijdse situatie. In onze tijd, mijmer ik maar even terzijde, is wellicht het woord ‘onze’ geschikt om uit te drukken dat we iets delen in onbegrensde meervoudigheid, zoals in ‘onze kinderen’, ‘onze’ gezamenlijke contemplatie.
De interreligieuze dialogen brengen aan het licht, dat iedere godsdienst een stem is in een groot koor en in onze tijd religieuze tradities ‘waargenomen worden als denominaties, varianten van het ene geloof in God’ (Hermann Häring in 1995).

Achtergrond van Jean Druel

Het is interessant te weten wat onze jonge dominicaanse medebroeder daarover denkt. Hij leeft in Caïro, waar hij verbonden is aan IDEO, het dominicaanse studiecentrum. Na tien jaar leven en werken in een islamitische cultuur stelde Jean Druel zich vorig jaar in Amitiés dominicaines de vraag of hij, als katholiek, moslim met de moslims wordt. Hij schrijft:
‘Ik ben altijd onder de indruk geweest van de manier waarop Dominicus de katharen benaderde. Hij wilde hen niet overtuigen van hun dwalingen of met wapens bestrijden, maar nam hen serieus. Waarom zou Dominicus dan hele nachten met hen discussiërend doorbrengen, hun manier van leven delen en zo’n lange tijd wonen in het land van de katharen? Daar werd een nieuwe manier van prediken geboren, waarvan wij de erfgenamen zijn.’

Moslims serieus nemen

‘Het is meer dan een nieuwe manier van prediken, het is een manier van naar de wereld kijken en leerling van Christus te zijn. Niet een Christus die de kooplui uit de tempel jaagt, niet een Christus die steden en dorpen vermijdt, maar een Christus die openstond voor mensen, met hen optrok en het brood met hen deelde.
Dat probeer ik in Caïro waar te maken: serieus te nemen wat de mensen bezielt, naar hen te luisteren, van hen te leren, hen vragen te stellen en mezelf in vraag te stellen, met hen na te denken en proberen de wereld met andere ogen te bezien. Kortom, niets bijzonders, niet iets wat de broeders in Frankrijk ook niet zouden kunnen doen.’

Jean Druel (midden) tijdens de promotieplechtigheid.

Begrijpen

Hier leer ik te luisteren en de gezichtspunten van de moslims serieus te nemen. Zij zijn onderling zeer verschillend: er zijn gelovigen en ongelovigen, mensen die praktiseren en mensen die dat niet doen, er zijn ontwikkelde mensen en mensen die geen scholing hebben gehad. En vanuit het gezichtspunt van de Kopten is die interne verscheidenheid precies hetzelfde. (…)
Ik probeer de argumenten te begrijpen in welk opzicht God aangevallen wordt enkel en alleen door het credo uit te spreken. Ik probeer te begrijpen waarom het onrecht dat de Palestijnen is aangedaan in 1948 niet ophoudt de hele regio te verpesten. En te snappen waarom de Kopten ons naïef vinden en ook te begrijpen in welk opzicht de arabisch-islamitische cultuur de beste is, de meest volkomen cultuur en toch om juist deze reden definitief ten onder ging in 1943 met de val van het Kalifaat.’

Jean Druel (tweede van links) na de succesvolle verdediging van de dissertatie.

Een spiritueel avontuur

‘Serieus nemen betekent niet alleen: vriendelijk, soms hoofdschuddend luisteren naar de vragen die gesteld worden, niet enkel de details van een kwestie en de gevolgen daarvan trachten te verstaan. De ander ernstig nemen is de mogelijkheid accepteren, al zou het maar voor één ogenblik zijn, dat de ander gelijk heeft. Zijn gedachtegang je eigen maken.
En dat is een spiritueel avontuur dat niet enkel intellectueel is. Zeker, Dominicus had binnen de van de wereld afgesloten kloostermuren kunnen nadenken over het katharisme. Maar hij koos ervoor om met de Katharen te leven en op voet van gelijkheid met hen te spreken.’

Moslim, kopt, katholiek zijn

‘Hier, in Caïro ervaar ik, dat ik ben zoals de moslims zijn en dat ik daarin geluk en reden van bestaan vind. Maar ik ervaar ook, dat ik besta als de kopten, dat ik iemand ben die nooit de arabisering en de islamisering van mijn cultuur heb verwerkt. Ik heb ervaren dat God mijn zwakte op zich heeft willen nemen. Als katholiek ervaar ik tenslotte, dat het steeds moeilijker wordt erover te spreken en anderen te vertellen wat mij bezielt. In deze contemplatie ervaar ik, dat ik word gekruisigd op het moment zelf dat ik van gedaante word veranderd.’

Fr. Jean Druel in: ‘Amitiés dominicaines’, nouvelle série, nr. 50, 2011: Vivre avec les Musulmans, p. 12 en 13. Gepubliceerd met zijn toestemming.

Hadewych Snijdewind o.p.