uim negentig mensen uit het hele land kwamen zaterdag 17 november naar het Dominicanenklooster van Zwolle voor een studiedag over de toekomst van de dominicaanse gemeenschappen in Nederland. Het ging vooral over de wijze waarop deze gemeenschappen gestalte kunnen geven aan de gelijkwaardigheid van gelovigen.
&Ik noem jullie geen slaven meer … ik heb jullie vrienden genoemd’ (Johannes 15,15).
Dit is een ingekorte versie van een verslag van Hadewych Snijdewind o.p.
Lekendominicaan en hoogleraar theologie Erik Borgman schetste in zijn inleiding hoe de de aanwezigen, afkomstig uit verschillende parochies en kloostergemeenschappen in het land, elkaar kunnen helpen om ter plaatse een geloofwaardige gemeenschap te blijven. Hij prees daarbij de verschillen in denken, spelen, zingen en vieren, &omdat het gaat om levende mensen die al in het door de Heer gegeven Woord staan’. Vriendschap, verbondenheid en gelijkwaardigheid waren de centrale woorden van zijn bijdrage.
Borgman werd direct met actuele vragen geconfronteerd: Hoe kan je gemeenschap blijven als je locatie wordt opgeheven? Wat gebeurt er als je niet meegaat als lokale kerkgemeenschap met het fuseren van verschillende parochies? Wat doe je als gemeenschap als je wel aansluit bij een fusie? Hoe reageer je als ingrijpende maatregelen genomen worden zonder overleg of inspraak? Hoe neem je de jammerklachten van gelovigen serieus?
De voetwassing (Harry Sterk, 1953), in de Parochiekerk Thomas a Kempis, Kampen.
Erik Borgman nam de vragen en het weeklagen ter harte. 'Maar verwacht van mij geen oplossing voor de gestelde vragen, want die liggen niet voor de hand en zullen er niet gauw komen’, zei hij. Erik bood een breder perspectief en ging daarvoor terug naar de eerste christenen. Zij wisten uit hun ontmoeting en omgaan met de Heer dat Jezus leefde in de nabijheid van God, in wiens ruimte en nabijheid iedereen kan leven.
Jezus maakte deze boodschap zichtbaar door de voetwassing, in zijn tijd het werk van slaven. Jezus speelde geen rol, maar was slaaf: ontwapenend en zonder verweer bood hij vriendschap aan. Het is daar waar iets van God begint te gloren. Iets van Godswege wordt wakker geschud; zie het is er al, laat het ontkiemen: vriendschap, verbondenheid, gelijkwaardigheid.
Volgens Erik Borgman geldt dat ook voor ons: wat wij als gelovige gemeenschap aanwezig willen stellen van deze vriend die zich onze Voorganger noemt. Jezus moedigt ons aan om zichtbaar te maken dat Gods vriendschap er al is: in onze omgang met elkaar, in dialoog en openheid, en in dienst aan naasten. En in de liturgie, waar we zichtbaar maken hoe het heilige aanwezig is in de wereld: in verlangen en inzicht in het tekort, in hakkelend geloof, in lofzang en gebed, in hoop en twijfel, in levenskracht en trouw.
Met dit beeld besloot Erik Borgman zijn bevlogen voordracht die velen tot gesprek uitnodigde.