andaag is het in de dominicaanse liturgie de feestdag van de zalige Bonaventura Garcia Paredes (1866-1936) en 92 andere dominicanen die omkwamen tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936-1938).
Bonaventura werd geboren uit zeer vrome ouders op 19 april 1866 in Asturia (Spanje). Als kind hoedde hij schapen. Hij had nog een broer die priester was en wilde ook graag studeren, maar had een zwakke gezondheid. Daarom ging hij van het kleinseminarie in Corias (Asturia) naar de apostolische school van Ocaña (Toledo), dat van de provincie van de H. Rozenkrans van de Filippijnen was.
In 1883 trad hij hier in bij de dominicanen. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Salamanca en filosofie en letteren in Valencia en Madrid. Op 25 juli 1891 werd hij priester gewijd. Niet lang daarna werd hij benoemd tot hoogleraar politiek en administratief recht aan de Universiteit St.Thomas in Manilla. Daar raakte hij intens betrokken met de publicatie van het katholieke Tijdschrift Libertas.
Carrière
In 1901 werd hij gekozen tot prior van het klooster te Avilla. Later werd hij rector van het College Santa Maria de Nieva in Segovia en weer later prior van Ocaña (1910). Kort na die laatste benoeming werd hij gekozen tot provinciaal met residentie in Manilla. Zeven jaar lang bestuurde hij deze provincie, toen de grootste in aantal broeders (6oo) en oppervlak: ook Oost-Azië en Europa vielen hieronder. Garcia Paredes begon het proces van het herstel van de provincie van Aragón, Spanje, die in 1912 gesuspendeerd was.
Garcia Paredes richtte het tijdschrift Misiones Dominicanes (Dominicaanse Missies)op, in 1917, en nam het initiatief voor een apostolische school Valladolid. In de Verenigde Staten stichtte hij twee communiteiten: Tangi-Pahoa en New Orleans. Tijdens het generaal kapittel in Ocaña (1926) werd gekozen tot magister en daarmee tot de 78ste opvolger van de H.Dominicus. Hij vroeg zijn broeders huilend hem hiervan te ontheffen, maar tevergeefs.
Magister
Als magister pleitte hij sterk voor bezinning, gebed en een sterke organisatie om de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog te bestrijden. Ook maakte hij zich sterk voor missie in het Verre Oosten. Hij gold als een wijs en doortastend bestuurder, die durfde op te komen voor medebroeders die in conflict kwamen met het Vaticaan of leden onder vervolgingen, bijvoorbeeld in Mexico. ook herstelde hij de grenzen van de provincie in Polen (1927) en promoveerde hij de Ecole Biblique in Jeruzalem en de pauselijke universiteit het Angelicum.
Vanwege zijn gezondheid moest hij toch zijn ontslag aanbieden, in 1929. Paus Pius XI nam dit met 'moeite en pijn’ aan. Garcia Paredes trok zich terug in Ocaña, waar hij zich wijdde aan praktische zielzorg. In 1936 was hij in Madrid, toen de Spaanse Burgeroorlog (1936-1938) uitbrak. Op 11 augustus 1936 werd hij gevangengenomen en daags daarna vermoord.
Samen met andere medebroeders-martelaren werd hij zalig verklaard door paus Benedictus XVI op 20 oktober 2007.
In het lijvige boek Gods Predikers (Mariet Monteiro, 2008) kan men inzicht krijgen in de omstandigheden waarin Bonaventura Garcia Paredes leefde (pp.191, 197, 253).
Baltasar Hendriks o.p.