eboren in Córdoba (Spanje) op 25 november 1644 als zoon van ouders die handelden in fruitwaren, verloor hij, vijf jaar oud, zijn vader. Zijn moeder leidde hem in in het katholieke en religieuze leven in, bij de orde der dominicanen.
Het Sint Pauluskooster van Córdoba wees hem echter af vanwege zijn nederige afkomst. Hij wendde zich tot het klooster van Escalaceli, waar hij werd aangenomen voor zijn novitcaat (in Jaén) en zijn studies (in San Lucas de Barrameda).
Franciscus werd priester gewijd in 1668. Tot verbazing van velen groeide hij uit tot een graag gehoorde predikant en even graag gelezen schrijver, onder andere over het leven van Dominicus. Uit waardering voor zijn moeder nam hij haar tweede achternaam Posadas aan. Hij bracht zijn hele verdere leven door in een klooster nabij dat van Escalaceli.
Franciscus was veertig jaar lang een vurig pleitbezorger van het Rozenkransgebed in Andalusië. Met een beroep op deze missie wist hij tot twee maal toe een hem aangeboden wijding tot bisschop af te wijzen.
Met helderheid van geest en na een voorbeeldig leven stierf Franciscus op 20 september 1713 in zijn klooster van Córdoba. Paus Pius VII bevestigde zijn heilig leven door de zaligverklaring op 20 september 1818.
Baltasar Hendriks o.p.
Lezingen: Romeinen 8, 31-39; Psalm 125, 1-6; Lucas 9, 22-27.
Klik hier voor de dominicaanse heiligenkalender in wording.