15 Mei 2012

De Bazuin was een blad van predikers

Ga naar overzicht

Deel op:

et tijdschrift de Bazuin was een preekstoel, en de redacteuren waren vooral predikers. Maar of media zoveel veranderd zijn? Dat vroeg lekendominicaan en oud-hoofdredacteur Jan van Hooydonk zich af bij de presentatie van het derde deel van de Bibliografie van Katholieke Nederlandse periodieken, op 15 mei in Nijmegen.

De BKNP is samengesteld in opdracht van het Katholiek Documentatie Centrum (KDC) van de Radboud Universiteit Nijmegen, en uitgegeven door Valkhof Pers. Het kloeke derde deel, waaraan meer dan 25 jaar is gewerkt, is geheel gewijd aan periodieken die betrekking hebben op het godsdienstige en kerkelijke leven van de Nederlandse katholieken, vanaf 1736 tot 1980.
In totaal 1173 periodieken worden nauwgezet beschreven. Een van de besproken bladen is de Bazuin, een blad van dominicaanse oorsprong, dat in 2002 met Hervormd Nederland opging in VolZin, waar Jan van Hooydonk nu redacteur van is.

Apologetisch
Volgens Van Hooydonk, in 1980 de eerste betaalde redacteur, was de Bazuin tot ergens in de jaren negentig apologetisch. Voor de Tweede Wereldoorlog nam het blad stelling tegen communisten, socialisten en protestanten, daarna werd het steeds meer een spreekbuis voor kerk- en maatschappijvernieuwing.
Het blad was ook in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw &nog steeds gebonden aan de zuil, zij het op een negatieve wijze’, zei Van Hooydonk. &Onze krachtsinspanning als redactie gold grotendeels niet de instandhouding van de roomse zuil van weleer, maar veeleer haar ontmanteling – en daarmee misschien wel zoiets als een opbouw van een nieuwe zuil, eentje die ten dienste zou staan van bevrijding en emancipatie.’

Predikblad
Het tijdschrift was in hoge mate bepaald door de dominicanen, en de redacteuren waren in feite predikers, stelde Van Hooydonk. &Voorzover er in de Bazuin journalistiek bedreven werd, stond die journalistiek in dienst van de waarheid van de vernieuwers.’
De Bazuin was vanaf 1985 nauw verbonden met de Acht Mei Beweging, waar Jan van Hooydonk enkele jaren als vrijwilliger perschef van was. Daarmee steeg het aantal abonnees en ook het aanzien onder collega-journalisten.
De Acht Mei Beweging ging te gronde aan een bredere maatschappelijke ontwikkeling: de concentratie op het individu en het eigen heil.’Niet de kerk of de beweging, maar de markt van religieuze en spirituele waarden is nu het vertrekpunt geworden.’

Jan van Hooydonk. Foto: Christiaan Krouwels

Drie vragen
Jan van Hooydonk wierp drie vragen op naar aanleiding van de ontwikkeling van de Bazuin. Ten eerste de vraag of journalisten van nu niet net zo goed een agenda hebben in hun werk, maar dan meer verborgen dan vroeger. De tweede komt voort uit de constatering dat de redacteuren van de Bazuin zichzelf definieerden via andere media, en niet in eerste instantie in relatie met de doelgroep. &Zou dat tegenwoordig heel anders liggen?’

De derde vraag ontleende Van Hooydonk aan de constatering die Jos Palm deed in zijn boek Moederkerk: de kerkvernieuwers vormden een elite die voor veel gewone gelovigen niet te volgen was. &De vraag blijft: wie hebben wij daarmee in de kou gezet of in de kou laten staan?’

De tentoonstelling &Gekruide zielespijs, in portiën toegediend. 250 jaar godsdienstig leven in tijdschriften’ is van 20 april tot en met 29 juli te bekijken in de traverse van de Universiteitsbibliotheek en de studiezaal van het KDC, aan de Radboud Universiteit Nijmegen.