20 Februari 2012

Een moppenhoekje!

Ga naar overzicht

Deel op:

e manier waarop mensen grappen over zichzelf en elkaar maken, laat veel zien over hun zelfverstaan en degene met wie ze iets uit te knokken hebben. Speciaal voor carnaval: een verzameling moppen over dominicanen en geestverwanten.


Pieter Breugel de Oude: de strijd tussen carnaval en vasten. Klik op de afbeelding om die groter te bekijken.

– Wat is het verschil tussen dominicanen en jezuïeten?
– De dominicanen zijn opgericht door een Spanjaard om de Albigenzen te bestrijden. De jezuïeten zijn opgericht door een Spanjaard om protestanten te bestrijden.
– Ja, maar wat is het verschil?
– Wanneer heb je voor het laatst een Albigens ontmoet?

*

Een jezuïet, een dominicaan en een trappist spoelen aan op een onbewoond eiland. Ze vinden een toverlamp, en na enige discussie besluiten ze die op te wrijven. En zie: een geest verschijnt en biedt hen drie wensen aan. Ze besluiten dat het eerlijk is om elk een wens uit te spreken.
De jezuïet zegt dat hij les wil geven op de beroemdste universiteit ter wereld en poef! Hij is plotseling verdwenen. De dominicaan wenst te mogen preken in de grootste kerk ter wereld en poef! Hij is ook verdwenen.
‘Da’s ook wat’, zegt de trappist, ‘mijn wens is al vervuld’.

*

Een franciscaan en een jezuïet steggelen over de vraag wiens orde de beste is. Ze komen er niet uit en besluiten God om een teken te bidden.
Een tijdje na hun gebed dwarrelt er een briefje uit de hemel voor hun voeten.

Geliefde kinderen,

Stop alsjeblieft met jullie gesteggel over zulke triviale zaken. Jullie ordes zijn even groot en goed in mijn ogen.

Met hartelijke groet,

God, o.p.

*

Een dominicaan is in gesprek met een jezuïet.
De dominicaan: ‘Klopt het dat jezuïeten altijd een vraag met een vraag beantwoorden?’
De jezuïet: ‘Wie heeft je dat verteld?’

*

Een jezuïet, een dominicaan en een franciscaan staan voor een schilderij van Adam en Eva in de tuin van Eden. De jezuïet zegt: ‘Dit is jezuïtische spiritualiteit. Ze zijn zo kalm en gelukkig’. De dominicaan zegt: ‘Niet waar. Ze zijn in extase omdat ze Gods gaven beschouwen’.
‘Onzin’, zegt de franciscaan. ‘Ze hebben geen kleren aan, ze hebben geen huis en alleen een appel om te eten, niettemin geloven ze dat ze in het paradijs zijn. Dit is een duidelijke franciscaanse invloed’.

*

Een grap die al in de 16e eeuw werd verteld:
Een dominicaan en een franciscaan zijn samen onderweg en stuiten op een beek. De dominicaan vraagt de franciscaan, die immers barrevoets gaat, hem op zijn rug over de beek te dragen. De franciscaan stemde toe, tilde hem op en begon de beek door te waden.
Halverwege echter stopte hij, en zei tegen de dominicaan: ‘Zeg eens broeder, heb je geld bij je?’
De dominicaan, denkend dat de franciscaan iets voor zijn moeite wil hebben, zei: ‘Een beetje, maar niet veel’.
‘Maar je weet dat mijn orde mij niet toestaat geld te dragen’, zei de franciscaan. ‘Dus…’
Dus liet hij de dominicaan los die, geld of niet, in het water viel en door en door nat werd.