artsbisschop Eijk heeft het bestuur van de parochie Sint Jan de Doper in Vecht en Venen, waar negen geloofsgemeenschappen onder vallen, per brief opgedragen pastoraal werker Tejo van der Meulen te ontslaan. Baptiste Tuin, dominicanes van Voorschoten en oud-pastoraal-werker, reageert.
Baptiste Tuin o.p.
Met verbijstering las ik vanmorgen het artikel (Aartsbisschop Eijk trekt teugels strak aan, Trouw, 23 januari, pag. 5) over het aangekondigde ontslag van een pastoraal werker. Functioneert deze man niet? Gaat hij niet in op de pastorale vraag van de mensen uit zijn parochies?
Nee, hij heeft in een Allerzielenviering het evangelie gelezen, gepreekt en delen van het tafelgebed hardop mee gebeden. Reden genoeg voor onze aartsbisschop om deze pastoraal werker te ontslaan, omdat hij 'meer deed dan hij mocht…’
Zou de aartsbisschop zich één moment bewust zijn, dat de pastoraal werk(st)ers dankzij de clustering van parochies en de groeiende werkdruk over het algemeen allemaal veel méér uren maken waarvoor zij aangenomen zijn in dienst van hun parochies en de hun toevertrouwde mensen? Zou de aartsbisschop zich één moment bewust zijn dat een goede pastoraal werker zich méér zorgen maakt om de pastorale vraag van mensen dan om de steriele regels?
Overigens, wat mag de diepe gedachte zijn onder de regel, dat het lezen van het evangelie in de liturgie aan priesters is voorbehouden? Is daar de Blijde Boodschap voor bedoeld?
Daarenboven hebben pastoraal werkenden een grondige theologische opleiding, die ze de achtergrond en de ontwikkeling meegeeft om een goede preek te kunnen houden.
Waarom gaat een verstandig kerkleider in op het klikken van een enkeling die meent te moeten melden wat er 'niet mag.’ Hoezo niet mag? Wat is er nodig en wat gebeurt er aan goeds door de vele pastoraal werkenden in Gods kerk?
Toen ik begin september 1988 werd aangesteld als pastoraal werkster, kreeg ik van mijn oudste broer een felicitatie met interessante woorden:
'Pastoraat is een prachtig beroep:
de bron aanboren van waaruit mensen leven,
de overvloed die de bron geeft, zelf verder dragen –
ervan leven, samen met anderen, gedragen door anderen.
Pastoraal werkenden zijn vrouwen en mannen met
een gezicht, vertrouwd met het woord van God,
thuis in de geloofstraditie, met een gegrond verlangen
mensen naar de bron te brengen.’
Vanuit deze woorden heb ik al die jaren mijn pastoraat beleefd en geleefd en wat wens ik mijn collega-pastoraal werkenden dat ze dit kunnen hóóghouden, tegen alle kerkelijke tegenwerking in.
Welke weg gaat aartsbisschop Eijk met de kerk van Nederland? Hoeveel gelovigen moeten er nog worden buitengesloten, hoeveel pastoraal werkenden ontslagen??
Baptiste Tuin O.P.
Dominicanes van de congregatie van Voorschoten