16 Januari 2012

'De daad veroordelen, niet de dader'

Ga naar overzicht

Deel op:

#8220;We moeten de daad veroordelen, niet de dader”, luidt een grondregel uit de katholieke moraaltheologie. Hoe afschuwelijk een daad ook is, niemand verdient het geheel en voor altijd afgeschreven te worden. Ook de pleger van seksueel misbruik niet.

Zonder iets te willen vergoelijken pleit Jan van Hooydonk, lekendominicaan en redacteur van het spirituele opinieblad VolZin, voor begrip, ja zelfs mildheid. De werkelijkheid is complexer dan het vaak lijkt en niet simpelweg te verdelen in goeden en kwaden, daders en slachtoffers.

Zo’n kwart eeuw geleden hadden we samen een of andere klus te klaren. Sindsdien heb ik hem niet meer ontmoet. Toch herinner ik me S. nog heel goed: priester met progressieve opvattingen over kerk en samenleving, pastoor van een welgestelde parochie, bewoner van een fraaie pastorie, erudiet, hoog-cultureel, fijnbesnaard, tikje zenuwachtig soms, er was aan hem iets vluchtigs. Een aardige, beetje typische man. Wel een pastor met het hart op de goeie plaats, dacht ik.

Kort geleden kwam ik S. weer tegen, in de krant dit maal.  Hij is door zijn bisschop op non-actief gesteld. De bisschop heeft klachten ontvangen over seksueel misbruik. De bisschop heeft, zoals aanbevolen door de commissie-Deetman, het Openbaar Ministerie van die klachten op de hoogte gesteld. Hangende het onderzoek verblijft de priester op een geheim adres buiten de parochie.
Intussen las ik op internet het beklemmende verhaal van een van S.’slachtoffers: hoe hij begin jaren ’80 als jongen van zestien door de pastoor werd aangerand. Juristen zullen deze daad waarschijnlijk betitelen als een poging tot verkrachting.

Moet ik nu mijn oordeel over S. herzien? Moet ik hem beschouwen als 'viespeuk’, 'huichelaar’, 'crimineel’ – termen waarmee op internet mensen als S. worden aangeduid? Als ik het verhaal van het slachtoffer lees, word ik met walging vervuld. Maar toch: in onze rechtstaat is een verdachte pas schuldig nadat onomstotelijk vast is komen te staan dat hij de feiten waarvan hij beticht wordt, daadwerkelijk ook gepleegd heeft. Het is van het allergrootste belang dat alle betrokkenen – ook slachtoffers van misbruik, media en publieke opinie – zich in hun uitingen laten leiden door dat beginsel. Zo niet, dan komen we in een hoogst onaangename samenleving terecht. Dan hebben roddelaars, kwaadsprekers en karaktermoordenaars voortaan vrij spel.

Maar goed, stel dat S. daadwerkelijk schuldig is, is hij dan wél te beschouwen als 'viespeuk’, 'huichelaar’ en 'crimineel’? Sorry, maar ik vind van niet. Een regel uit de oude katholieke moraaltheologie biedt hier uitkomst: 'We moeten de daad veroordelen, maar niet de dader.’ Hoe afschuwelijk een daad ook is, de pleger ervan blijft een mens. Niemand verdient het geheel en voor altijd afgeschreven te worden. Ook de pleger van seksueel misbruik niet. Hij blijft mijn broeder en ik de zijne.

We leven in een samenleving waarin slachtofferschap in hoog aanzien staat. Voortdurend wordt ons gesuggereerd dat daders en slachtoffers twee heel verschillende groepen zijn die niets met elkaar gemeen hebben. Maar de werkelijkheid is heel anders. Zeker bij seksueel misbruik. 'Misbruik van eigen kweek’ is de huiveringwekkende term waarmee Deetman het verschijnsel aanduidt dat nogal wat eerwaarde plegers van misbruik in hun jongere jaren zelf slachtoffer van misbruik waren. Wie het rapport van Deetman leest, ontmoet daarin heel wat stumpers, zielige en gefrustreerde mannen, eeuwige kinderen. Mensen die vanaf hun twaalfde voorgeprogrammeerd waren voor een celibatair leven. Geestelijken die als kinderen van hun tijd nooit geleerd hebben met hun seksuele verlangens om te gaan.

Zonder iets te willen vergoelijken pleit ik daarom voor begrip, ja zelfs voor mildheid jegens de daders. Op grond van hun eigen belabberde levensgeschiedenis en de beperktheden van de tijd waarin ze opgroeiden. Maar ook op grond van een heel menselijk gegeven: de meesten van ons zijn op het vlak van relaties, seksualiteit en erotiek eerder goedbedoelende amateurs dan volleerde professionals. Dat gold toen, dat geldt nu nog. Geeft niet. Amateur betekent immers letterlijk: 'liefhebber’.

Deze column verscheen eerder op www.volzin.nu.