ekendominicanen kunnen na een eerste professie en een vormingsperiode van een jaar de 'eeuwige professie’ aan de Regel doen. Als Karin Bornhijm het woord 'eeuwig’ noemt, schrikt interviewer Chantal Tieleman op. 'Eeuwig…? Dat is toch niet meer van deze tijd? Onze generatie is toch veel meer van de tijdelijkheid?’
Ontleend aan een interview van Chantal Tieleman met lekendominicaan Karin Bornhijm voor het tijdschrift ‘Vieren’.
Tijdelijke banen, tijdelijke huizen, tijdelijke relaties… Waarmee ik overigens niet wil zeggen dat we per definitie luchtig omspringen met die keuzes, maar de ontwikkelingen in ons leven en de groei in onszelf, leiden vaker tot een switch. En in zo’n maatschappij is die keuze voor een ‘eeuwige professie’ allerminst vanzelfsprekend.
Chantal Tieleman (links) en Karin Bornhijm.
Karin beaamt, desgevraagd, dat dat haar ook bezig heeft gehouden: ‘De vraag is of ik de professie en hetgeen ik beloofd heb, blijvend waar kan maken: voor mezelf en voor de mensen die een beroep op me doen. Voel ik me geroepen? Ja, in de zin dat ik een sterke innerlijke gedrevenheid voel. Maar als ik zeg dat ik me geroepen voel, ben ik er dan ook als mensen een beroep op me doen? Hoe maak ik mijn afwegingen, waardoor en hoe laat ik me leiden?
Maar binnen de DLN ontmoet ik gelukkig mensen waarmee ik de dominicaanse religiositeit, waar ik me zo bij thuis voel, niet alleen kan delen en vieren, maar waar ook mijn twijfels en vragen een plek mogen en kunnen hebben.’
‘En wat betekent het dat ik er nu voor de rest van mijn leven “aan vastzit”? De magister heeft het volgende verklaard: ‘Opdat de broeders en zusters hun plichten kunnen vervullen “niet als slaven van de wet, maar als vrije mannen en vrouwen, gesteld onder de genade, verklaren wij dat overtredingen van de Regel niet zondig zijn.’
Dat scheelt een hoop druk! De eeuwigheid en de rest van mijn leven behoort immers slechts toe aan de Eeuwige, de rest is genade.’
Klik hieronder om het hele artikel te lezen, in pdf.