ang niet iedereen leefde in voorspoed tijdens en kort na de eerste wereldoorlog, al was Nederland er niet rechtstreeks bij betrokken.
Vooral in de steden kwam veel armoede voor met alle daaraan verbonden gevolgen. Zo was het ook in Nijmegen, waar vooral in de ‘benedenstad’ grote gezinnen opeengepakt leefden.
De sociale nood was hoog, niet alleen bij gezinnen met kinderen, maar ook bij ongehuwde moeders.
Vier vrouwen, leden van de 3e Orde van Sint Dominicus, wilden juist daar hulp bieden door zelf de wijk in te trekken en zich daadwerkelijk in te zetten voor deze mensen. Dat wilden ze doen vanuit een gemeenschap die midden tussen de mensen stond. Een vaste kloosterregel was minder geschikt om zich flexibel te kunnen inzetten voor degenen die hun zorg nodig hadden.
Huize Bethlehem in de Nijmeegse benedenstad is inmiddels een hospice.
In 1919 stichtte pater J.Koolen o.p daarom een ‘Pia Unio’, een seculier instituut met de naam ‘Sint Dominicusstichting’ dat vanaf het begin was verbonden met de Dominicaner Orde. De leden van deze gemeenschap noemden zich ‘zusters Dominicanessen van het Allerheiligst Sacrament’.
Moeder Dominica werd de eerste overste van deze kleine groep zusters die vanuit hun huis op de hoek van de Burchtstraat kraamzorg ging verlenen in de gezinnen. Zo werden gemakkelijk contacten gelegd met moeder en kind en daardoor ook met het hele gezin.
Zusters van…
Na enkele jaren sloten zich meer vrouwen bij hen aan en het huis werd te klein. In de oude benedenstad van Nijmegen, op de Antoniusplaats dichtbij de Waal, werd een huis aangekocht dat een flinke verbouwing onderging om een geschikte verblijfplaats te worden voor de zusters. Het kreeg de naam Huize Bethlehem en de leden van deze gemeenschap werden vanaf die tijd bekend als ‘de zusters van Bethlehem’.
Naarmate het aantal zusters groter werd, breidde het werkterrein zich uit. De zusters gingen zich niet alleen met gezinszorg en jeugdzorg bezig houden, maar ook met maatschappelijk werk en veel later bovendien met katechese en pastoraal werk.
Hun activiteiten werden buiten Nijmegen bekend en vanuit andere plaatsen werd eveneens een beroep op hun hulp gedaan. In 1943 werd een huis in Roermond betrokken en in 1948 gingen de zusters in Leiden aan het werk.
Jaren zestig
Zoals bij veel religieuze instituten kwamen er na de zestiger jaren van de vorige eeuw geen nieuwe leden meer bij. De zusters werden ouder en droegen hun werk over aan anderen. In 1981 trokken ze zich terug uit Leiden en in 1986 uit Roermond.
Huize Bethlehem bleef in stand en het bleef een begrip, ook toen de zusters er niet meer op uit konden trekken om b.v. in huisgezinnen te gaan helpen. In plaats daarvan kwam men nu in moeilijke omstandigheden aankloppen om gebed te vragen of een persoonlijk gesprek.
De laatste zuster van Bethlehem
Aan het begin van deze eeuw was het duidelijk dat er voor Huize Bethlehem een nieuwe bestemming moest komen. In 2001 werd op initiatief van Moeder Margaretha Pijpers de ‘Stichting Huize Bethlehem’ opgericht. De stichting heeft het beheer van Huize Bethlehem tot doelstelling en dient daarbij te handelen in de geest van de Sint Dominicusstichting door erop toe te zien dat Huize Bethlehem zoveel mogelijk een centrum voor geestelijke en lichamelijke zorg voor hulpbehoevenden blijft.
Zr. Willibrorda in 2009.
In overeenstemming met dit besluit werd Huize Bethlehem – na een grondige verbouwing – in 2003 geopend als hospice, waar gekwalificeerd personeel en vrijwilligers zich gezamenlijk inzetten voor een zo goed mogelijke begeleiding van mensen in hun laatste levensfase.
Het is niet verbazingwekkend dat zr. Willibrorda, de laatste zuster van Bethlehem, tot op hoge leeftijd betrokken is geweest als vrijwilliger. Zij is op 10 februari 2013 overleden, waarmee deze congregatie definitief tot het verleden behoort.
Elizabeth van der Wilk o.p.