p vrijdag 12 februari 2010 overleed dominicaan Harrie Salemans, op 87-jarige leeftijd. Hij was een begaafde pastor en een betrokken, geliefde en attente medebroeder, kenschetste provinciaal Ben Vocking hem bij de uitvaart op 18 februari. 'We zijn dankbaar dat hij zoveel jaar onder ons heeft geleefd.’
Harrie (Hendricus Mathias Joannes) Salemans werd geboren op 6 februari 1923 in Treebeek (Heerlen). Zijn ouders waren Johannes Hubertus Salemans en Maria Margaretha Martina Genoveva van Hal. Zij kregen zeven kinderen: de oudste en de jongste meisjes en tussen haar in vijf jongens. Harrie was de derde van het gezin. Hij studeerde aan het gymnasium in Rolduc.
Galgenveld
In 1942 trad hij in de Orde. In Huissen legde hij in 1943 zijn professie af. Hij volgde de studie in Zwolle en op het Albertinum in Nijmegen. Daar werd hij in 1949 priester gewijd. In 1950 werd hij voor een jaar surveillant op het Dominicuscollege, waarschijnlijk geen uitverkiezing voor hem zelf, maar door de daar aanwezige jongens (ik was er een van) werd hij zeer gewaardeerd.
Na een jaar wordt hij tien jaar lang assistent in de parochie aan het Galgenveld in Nijmegen met de daar aanwezige noodwoningen. Dat was een goede tijd. In het buurthuis organiseerden ze allerlei clubs voor kinderen, jongeren en volwassenen. De waskeuken van het Albertinum diende als noodkapel. Toen de nieuwe kerk klaar was, voelden de mensen uit de noodwoningen zich niet meer echt thuis in die grote kerk. Het zegt iets over de kerk. Jammer!
Utrecht, Nijmegen, Utrecht
Via een jaar in de parochie van Huissen wordt Harrie in 1962 voor vijf jaar pastor in de Dominicus van Utrecht, om daarna voor 12 jaar naar de Dominicus in Nijmegen te gaan. Na al die jaren in de parochie koos Harrie voor een nieuwe insteek. Hij werd lid van de Pasteurstraat-groep, die uiteindelijk via de Tolsteegsingel in de Brigittenstraat belandde.
Zijn pastoorschap in Utrecht en Nijmegen speelde in de periode van het Tweede Vaticaans Concilie en van het Pastoraal Concilie in Noordwijkerhout. Het was een tijd vol beloften. Via vele gespreksgroepen kwamen de thematieken, die toen speelden vol enthousiasme op de agenda. Maar Rome greep in en maakte een einde aan het nieuwe elan.
Medemenselijkheid
Harrie vertelt hoe hij in die tijd zelf een grote draai maakte. Het voorbeeld dat hij noemt schetst zijn ontwikkeling in een andere richting. Hij had te maken met twee koorleden, een jongen en een meisje, van wie hij gehoord had dat ze samen waren gaan wonen. Mag ik hen wel de communie geven? Hij deed het toen zij naar voren kwamen, maar met grote gewetensproblemen.
Hij ging bij hen op bezoek. Ze woonden zeer armoedig. De jongen vertelde dat op de begane grond een vrouw in een rolstoel woonde, die op zaterdag graag zelf in de stad boodschappen deed. Dus, zo zei de jongen, ga ik de ene zaterdag met haar de stad in en mijn vriendin de andere week. – Vanaf dat moment, zo vertelt Harrie, begreep ik dat het in het geloof niet gaat om kerkelijke regels maar om medemenselijkheid.
Van rechts naar links: Harrie Salemans, Jan Wenting, Karl Derksen en Toon Overwijn op het bordes van de communiteit aan de Tolsteegsingel in Utrecht op 12 mei 1985. Tijdens het bezoek van paus Johannes Paulus II aan deze stad. Deze foto, die de hele wereld overgaat, legt het protest vast van deze dominicanen tegen het spreekverbod dat bevrijdingstheoloog Leonardo Boff was opgelegd.
Giordano Bruno Huis
Gaandeweg raakte Harrie in Nijmegen meer en meer op de oecumene en de samenleving gericht. Dat viel niet bij iedereen goed. Om die reden nam hij afscheid van de parochie en trok hij naar Utrecht, waar hij betrokken raakte bij het redactiewerk van de dominicaanse familie, bij de basisbeweging. Hij was een van de oprichters van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij, die zich sterk maakte voor een theologie die de eigentijdse vragen aan de christelijke traditie serieus neemt. Daarnaast gaf hij vele bijbelweken voor religieuzen.
De communiteit van de Brigittenstraat maakte ruimte voor de Acht-Mei-Beweging en was permanent beschikbaar voor de opvang van buitenlandse ex-prostituees. Men ontving ook vele gasten, met name uit Oost-Europa en Duitsland. Allerlei groepen, waarmee de communiteit zich verwant voelde, vonden er een welkom thuis.
Kerk en ambt
Harrie was de initiatiefnemer van het schrijven van een brochure over ‘Kerk en Ambt’. Hij deed dat samen met drie medebroeders. Zag hij voorheen roeping als een zaak tussen God daarboven en de mens hier beneden, hij was ervan overtuigd geraakt, dat roeping uit de gemeenschap komt die een voorganger, gangmaker nodig heeft en daartoe uit haar midden iemand roept.
Het was voor de communiteit van het Giordano-Bruno-huis (afbeelding) een zware stap toen zij eind 2006 moesten erkennen, dat de groep te klein geworden was om de last van het huis nog langer te dragen. En nog zwaarder was het om niet als communiteit maar individueel te moeten verhuizen.
Laatste jaren
Harrie zelf vond onderdak in Catharinahof in Nijmegen. Hij was zeer tevreden over de goede zorgen en attenties die hij ontving. Frans Simons was altijd weer bereid om hem bij te staan. De laatste paar jaar waren zwaar voor hem, geteisterd door evenwichtsstoornis en zware hoofdpijn. Tot steeds minder was hij in staat. Toch bleef hij zoveel mogelijk nog deelnemen aan de gemeenschappelijke activiteiten in de kapel en bij de koffie.
Hij stierf onverwacht. Frans Simons trof hem dood aan in zijn kamer toen hij naar hem toeging om samen boodschappen te gaan doen.
Katholiek, christen, mens
Ik wil twee stukjes citeren uit het interview dat Colet van der Ven van hem afnam in 2007: ‘Van katholiek ben ik christen geworden en van christen probeer ik nu mens te worden. Mens in de betekenis van ‘medemens’. Ik ben altijd met toewijding voor anderen opgekomen maar misschien was het emotioneel wat arm. Ik heb me niet diep laten raken. Daar probeer ik alsnog wat aan te veranderen. In dat hele proces is God dichterbij dan vroeger. Hij is van de hemel verhuisd naar de aarde. Bidden betekent voor mij dat ik de woorden: ‘Jahweh, ik ben er’ tot me laat doordringen. Als ik ’s morgens wakker word, hoor ik het God bij wijze van spreken zeggen: ‘Ik ben er’. Hij is de aanwezige in mijn leven. Meer dan ooit.’
Nuttig en gelukkig zijn
‘Een andere balans waarnaar ik mijn hele leven op zoek ben geweest is die tussen nuttig en gelukkig zijn. Het nut kreeg vaak zo’n accent dat het geluk eraan ondergeschikt was. Toch heb ik ook gelukkige momenten gekend. Als mijn woorden verstaan werden, als ik aandachtig gehoor had, respons kreeg, als mijn opstelling in preken begrepen werd. De laatste jaren leid ik met veel plezier leerhuizen over teksten van de Vlaamse jezuïet Roger Lenaers die een aantal geloofswaarheden eigentijds en bevrijdend heeft ‘hertaald’. Tijdens die leerhuizen spreek ik soms met gesloten ogen want de eerste die woord voor woord naar mij luistert, ben ik zelf.’
Afscheid
Harrie was een zeer betrokken, geliefde en attente medebroeder. We zijn zeer dankbaar, dat hij zoveel jaar onder ons heeft geleefd, eerlijk en loyaal tot het einde toe.
Harrie, wij danken jou voor jouw leven.
Moge jij nu zijn bij God, die jij ervaren hebt als ‘Ik ben er’.