eze week is het een jaar geleden dat Gods Predikers verscheen, een duizend pagina’s dikke monumentale studie van Marit Monteiro naar de geschiedenis van de dominicanen in Nederland van 1800 tot 2000. Een rondje langs auteur, lezers en uitgever. 'We zijn me meegevallen.’
Marit Monteiro (foto Bert Beelen)
Marit Monteiro, auteur en hoogleraar geschiedenis van het Nederlands katholicisme:
‘Na de zomer van 2008 kreeg ik heel geregeld post van lezers, vooral dominicanen, oud-dominicanen en mensen uit dominicaanse kring. Een lezer vergeleek het boek met ‘een pot Engelse drop waar ik maar niet van af kan blijven’. Ik weet ook dat er leesgroepen zijn die het boek bestuderen en soms heftig debatteren. Ik voelde me tijdens het schrijven al bevoorrecht, en na publicatie nog meer, door de zorgvuldige lezing en de mooie reacties.
Verder onttrekt het meeste van de werking van het boek zich aan mijn waarneming, op sommige incidenten na. Zo werd ik pas op maandagmorgen om acht uur in de lift bij mijn werk geïdentificeerd door een mij onbekende tochtgenote als “de schrijfster van dat mooie boek over de dominicanen”. Mijn dag kon niet meer stuk.
Of ik een beetje dominicaans geworden ben? Wat is dan dan? De dominicanen weten het zelf ook niet hoor. Hooguit kan ik zeggen dat ik tot mijn recht kwam in de sfeer waarin ik mocht werken: in openheid en vertrouwen kritisch en empathisch denken en discussiëren.’
Piet Magnin o.p., co-provinciaal
Piet Magnin o.p., co-provinciaal en tot voor kort werkzaam op Curaçao:
‘Ik kreeg het boek vorig jaar op Curaçao en heb het helemaal uitgelezen. Ik wilde het na terugkeer naar Nederland nog eens lezen, als ik meer tijd zou hebben, maar dat is door mijn verkiezing tot co-provinciaal anders gelopen. Niettemin wil ik het nog eens overlezen, vanuit mijn nieuwe verantwoordelijkheid.
Ik ben door het boek wijzer geworden: ik ben meer van de orde gaan snappen. Als portret zijn we mij meegevallen: we hebben wat teweeg gebracht, we hebben onze mond opengedaan en méér gedaan dan netjes in habijt rondgelopen. Ik ben trotser geworden op mijn provincie.’
zr. Angèle Schamp o.p.
Zr. Angèle Schamp o.p., overste van de dominicanessen van Neerbosch:
‘Terwijl ik nu aan de telefoon zit, kijk ik op het boek uit. Moet ik heel eerlijk zijn? Ik heb er tot nu toe alleen maar in gebladerd en kleine stukjes gelezen. Er zijn steeds andere dingen die moeten, het bestuur van de congregatie vraagt al mijn energie en ik kom nauwelijks aan lezen toe. Het boek is ook te dik om gemakkelijk mee te nemen in de trein. Maar natuurlijk interesseert het me, daarom staat het ook al een jaar op mijn bureau. Zo gauw ik het wat rustiger krijg…’
Bert Robben o.p.
Bert Robben o.p., meelezer van het eerste uur:
‘Ik heb het boek helemaal gelezen, zelfs op het niveau van punten en komma’s, als corrector. Ik heb het beleefd als een geweldige herkenning, het heeft me ook emotioneel veel gebracht.
Ik was co-provinciaal in de jaren zestig, de tijd van onze bloei en ons verval door alle uittredingen. Ik heb dat intensief meegemaakt. Het is een rijke en bewogen geschiedenis en Marit heeft dat prachtig en diepgaand onderzocht en geportretteerd.
Wat er voor mij na lezing uitspringt is de zorg voor elkaar. We hebben medebroeders met problemen niet laten vallen, ook niet als ze psychische problemen kregen of uittraden. We hebben medebroeders die werden aangevallen, zoals Edward Schillebeeckx meerdere keren gebeurde, altijd verdedigd. Wij laten elkaar niet vallen. Dat aspect aan onze recente geschiedenis heeft me ontroerd.’
Wil Vermeulen, dominicaanse gemeenschap Nijmegen:
‘Dominicanen laten elkaar niet vallen, maar tegelijk praten ze weinig met elkaar. Het zijn individualisten, en toch hebben ze iets samen. Ik haal ze er vaak uit, door een bepaalde manier van spreken, een stelligheid, een zelfbewustzijn. Dat zie je in Gods Predikers heel goed terug.
Ik heb delen van het boek gelezen, met groot genoegen, alleen al omdat Marit mooi vertelt. Wat me bevalt is dat dominicanen hun fouten en mislukkingen niet verbergen. En wat me nog meer bevalt is dat het boek laat zien dat de orde niet alleen afhing van de knappe jongens, de professoren en de broeders aan de top, maar dat het gebouwd is op dominicanen waar je weinig van hoorde: de jongens in het veld.’
Hans van der Ven
Hans van der Ven, hoogleraar empirische religiewetenschap Nijmegen:
‘Het is zo’n prachtig boek dat ik het zelfs al een paar keer cadeau heb gedaan. Het leest als een vergrootglas op de geschiedenis van de Nederlandse katholieken na Napoleon. De moeizame opbouw van de zuil, het hoogtepunt van de verzuiling en de neergang sinds de jaren zestig.
Met name dat laatste stuk is fascinerend: de massiviteit van de oude theologie, de snelheid waarmee die afbrokkelde, de tegenstellingen, de conflicten en de stuurloosheid, vooral ten gevolge van Romeinse ingrepen, om een adequaat religieus antwoord te vinden.’
Anja van Leusden tijdens de verkoop na de presentatie op 19 juni 2008. Rechts staan (v.r.n.l.) Jozef Essing, Kees Brakkee en Karin Bornhijm.
Anja van Leusden, uitgeverij Verloren:
‘Wij zijn gespecialiseerd in historische boeken, en dit is een boek dat er uit springt. Veel geschiedenissen worden chronologisch verteld, Gods Predikers is opgebouwd volgens een visie op de geschiedenis en met herkenbare lijnen.
Wij wilden dit boek heel graag uitgeven en ik laat in sommige kringen graag vallen dat het bij ons verschenen. Natuurlijk is het een dik boek en Marit schrijft ook nog eens compact, dus het bevat enorm veel informatie. Het is dus heel logisch dat mensen het in stukken lezen, wat door de opbouw ook heel goed kan.’
René Dinklo o.p.
René Dinklo o.p., rector en prior in Zwolle en de jongste dominicaan:
‘Het boek kwam vorig jaar vlak voor de zomervakantie uit. Een goed moment, want dan kan ik met een zekere vaart lezen.
Wat mij vanuit historisch oogpunt opviel was de sturende rol vanuit het generalaat in de 19e eeuw, en de voortdurende spanningen tussen de broeders in de pastorieën en in de kloosters. Ook viel me de snelheid op waarmee een behoudend theologisch denken omsloeg naar vernieuwend theologisch denken, in de jaren vijftig en zestig.
Heel boeiend zijn de ‘roze pagina’s’ die saillante gebeurtenissen of markante personen in de Nederlandse provincie beschrijven. Deze artikelen vertellen een eigen verhaal, net als de vele foto’s.
Ik ben een betrekkelijk jonge dominicaan en heb in de loop der jaren veel verhalen gehoord. Met het boek van Marit Monteiro kwamen deze verhalen extra tot leven.
In de laatste hoofdstukken werd het voor mij een sport om te gokken welk citaat van welke medebroeder was, om dat daarna in de eindnoten te controleren. Ik vond dat ik in deze dominicaanse quiz een hoge score haalde.
Gods Predikers is een monumentaal historisch werk en zeker voor mij als insider interessant en lezenswaard, maar het dominicaanse verhaal in Nederland gaat nog door. Nieuwe geschiedenis wordt en zal worden geschreven.’