In memoriam

Een betrouwbare dienaar

ij de uitvaart van André Engeln op 18 mei 2009 sprak zijn medebroeder Antoon Boks, die lang met hem samenwerkte op de Nederlandse Antillen, de overweging uit. 'God verstond Papiamentu en was blij met iedereen, die dat ook sprak.’

Klik hier om het in memoriam van de provinciaal te lezen.

‘Jezus sprak in gelijkenissen en aan zijn leerlingen vertelde hij soms wat de betekenis van die gelijkenissen was. Over André wil ik ook beginnen te praten in gelijkenissen. André heeft nooit over tien en ook niet over vijf steden het bestuur mogen voeren.
Wel zat hij in vele besturen. Ze waren van zeer uiteenlopende soort. Daarbij heeft hij – zoals ik in het begin reeds gezegd heb in gelijkenissen, geroeid met de riemen die hij had. Dan wil dan niet zeggen, dat de boot niet vooruitging, of maar heel langzaam.

Provinciaal Ben Vocking, omringd door medebroeders, zegent de kist van pater André Engeln.

Geroepen
Roeien met de riemen die je hebt, vergt aanpassingsvermogen. Op sommige plaatsen moet je punteren, er is geen plaats voor roeispanen. Andere keren moet er een kano gebruikt worden met peddels. Alleen de topatleten bij het roeien of kanovaren krijgen alle medewerking en krijgen uitgebalanceerde roeispanen en peddels, maar wij gewone mensen moeten het met iets minder doen.
Dat is helemaal niet erg, want we kunnen ons gezonde verstand gebruiken. En wij die André van dichtbij hebben gekend en meegemaakt weten, dat André ieder middel te baat heeft genomen om er voor te zorgen, dat zijn en onze roeping als Dominicaan werkelijkheid werd. Hij en wij zijn geroepen om de zorg voor de mensen of om het anders te zeggen het heil van de mensen werkelijkheid te maken.

Duizendpoot
Dat betekent dat hij soms moest werken als een duizendpoot en er zijn mensen onder ons die ondervinden, wanneer ze in zulke situaties zitten, dat zelfs een duizendpoot  niet echt duizend poten hebben. Twee handen, een linker en een rechter, of zoals dat nu zo mooi heet: een schrijfhand en een hand die niet schrijft.
U hebt het al gehoord wat hij allemaal deed naast zijn “gewone” werk als priester. Veel hulpmiddelen, veel communicatiemiddelen, die we nu bijna allemaal hebben en waar we nu soms dagelijks gebruik van maken, waren er toen niet, zeker niet in de beginfase. Toen de hulpmiddelen werkelijk begonnen te komen, had hij soms te veel andere dingen aan zijn hoofd om de gebruiksaanwijzingen te lezen. Ze bleven nutteloos en ongebruikt wachten op een tijd, die later zeker zou komen en die helaas nooit gekomen is.

Samen
Vele dingen moest hij zelf doen, na ontdekt te hebben wat er gedaan kon en moest worden. Als alle functies van onze confraters zowel in de Nederlandse Antillen, Puerto Rico en Zuid Afrika en natuurlijk ook in Nederland in de oudere catalogen vermeld zouden zijn, dan waren deze heel veel dikker geweest.
Hij kwam met de bagage van zijn studie in Nederland in 1949 aan in het vicariaat van de Nederlandse Antillen, waar hij samen met zijn klasgenoten Nic Erkamp en Vincent Janssen aan het werk ging. Daar waren zijn voorgangers al jaren bezig geweest om het Koninkrijk van God gestalte te geven. Bij hen was hij leerling en hij doceerde later weer anderen. Zo werkten we samen.

Janwé
Hij werd na tweemaal zes jaar op de Antillen pastoor van Janwé en dat bleef hij zes maal zes jaar. Deze parochie was in 1924 gesticht, omdat Willemstad steeds groter werd. Samen met klasgenoot Vincent Janssen zorgde hij er voor dat er iedere zondag een mis in het Nederlands was. Daarna werd er bijgepraat bij een heerlijk souper.
Alle Antillianen, die voor 1949 op de Antillen geboren waren zijn Nederlanders, maar niet alle mensen op Curaçao spreken Papiamentu. Dominicanen moesten het Papiamentu wel allemaal leren, al was het in die tijd nog verboden om zelfs op de speelplaats een woord Papiamentu te spreken. Daar trokken wij ons niets van aan: God verstond Papiamentu en was blij met iedereen, die dat ook sprak, zowel in de kerk als op school en natuurlijk ook bij huisbezoek in alle huizen, die bezocht werden.

Willemstad, Band’ariba (het oosten) en Band’abao (het westen) zijn de drie delen van Curaçao en dan zijn er nog de ander vijf bewoonde eilanden, die samen het Vicariaat van de Nederlandse provincie en ook het apostolisch Vicariaat vormden, waar in 1960 zes en zestig Dominicanen werkzaam waren naast vele andere religieuzen, zusters, fraters, broeders en frere’s.
Langzamerhand werd dit aantal minder. Het werk werd niet minder, want er kwamen meer mensen, die verder verspreid over de eilanden woonden. Dus kregen heel wat parochies hulp van leken, die veel tijd en vrouwkracht, let wel die waren bezig, staken in het kerkelijke werk.

Zorg
Zij kenden de mensen. Zij wisten wat er wel en wat er niet gezegd kon worden. Zij wilden en konden helpen. Vandaag wil ik een van hen in het bijzonder noemen: Viola Jesurun, die eerst naast en na haar dagelijks werk vele uren gegeven heeft aan de parochie van Janwé.
Na haar pensionering bij de Gezondheidszorg gaf ze nog meer uren van belangeloze hulp aan die parochie. Daarna door haar trouw aan de pastoor van haar parochie en haar belangeloze inzet, was het mogelijk, dat André, ook nadat hij een hersenbloeding had gekregen op Curaçao kon blijven.

Dienaar
Naast wat wij hier in Nederland de thuiszorg noemen, was zij er altijd om met raad en vooral daad te zorgen, dat André de hulp kreeg, die hij nodig had. Talenten werden gebruikt door André, door Viola, door zoveel andere mensen. De resultaten waren niet altijd hetzelfde, want de mensen die deze talenten gebruikten tot meerdere eer van God en tot heil van de mensen waren allemaal verschillend. Maar gebruikt werden ze.
André wist dat hij voor bijna alle dingen geld nodig had en hij heeft er voor gezorgd dat dit geld er voor heel veel dingen kwam. Met kennis van mensen en zaken slaagde hij er in dank zij vele vrienden en bekenden, dat de parochie van Janwé en Curaçao ook financieel vooruit ging. Maar het is niet alleen om dat financiële gedeelte, dat hij bijeen bracht, dat ik zeker weet, dat ik mag eindigen met de woorden van Jezus:
Voortreffelijk, André, je was een goede dienaar, omdat je betrouwbaar bent geweest.’ We weten allemaal, dat het niet gering was wat André gedaan heeft. Maar toch fijn, dat we dat tegen elkaar kunnen zeggen: niet een maal maar keer op keer.
Amen.’

Antoon Boks o.p.