19 September 2016

Dominicus vinden - op zoek in Zuid Frankrijk

Ga naar overzicht

Deel op:

et zou toch bijna vanzelf moeten gaan: inspiratie vinden in de fraaie Franse Pyreneeën, dichtbij de wortels van de dominicaanse traditie. Lekendominicaan Marianne Merkx hield er eind augustus vakantie met haar familie. Maar Dominicus zelf liet zich niet gemakkelijk vinden.

door Marianne Merkx o.p.

Inspiratie vond ik wel. Zo maakte ik kennis met Pierre Bayle, die in de 17e eeuw opkwam voor vrijheid van denken. In zijn geboortehuis zag en voelde ik hoe hij zocht naar waarheid. Ook liep ik aan tegen (een beeld van) Antoine de Saint-Exupéry, die lang geleden met zijn Kleine Prins iets in me openbrak.

Wat ik las tijdens onze vakantie ging ook over vrijheid. De persoonlijke en scherpe analyses en reflecties van Femke Halsema in ‘Pluche‘ raakten me bijzonder. Mijn bezoek aan de Mont Ségur concentreerde zich op het monument bij de plaats van de brandstapel. Ik was onder de indruk. Ruim tweehonderd katharen lieten zich niet ompraten, maar bleven standvastig. Ze behielden hun eigenwaarde en stierven vrij.

Inspiratie genoeg dus, van inspirerende mensen, vrijdenkers. Spontaan maakte ik foto’s van de vele dichte en open luiken die we onderweg zagen.

Inspiratie genoeg, maar Dominicus liet zich niet zo gemakkelijk vinden: de kerk in Pamiers waar hij hevig discussieerde, was potdicht; het plaatsje Fanjeaux leek te onaanzienlijk om uit te stappen; de gedenkplaat in de kerk in Carcasonne hadden we gemist; het huis van Pierre de Seilhan in Toulouse was snel gevonden, maar helaas niet toegankelijk. Dat de beelden en schilderijen in de Jacobijnerkerk in Toulouse veelal ingepakt naast hun vaste plekjes stonden, vond ik in eerste instantie nog wel vermakelijk – kerk in beweging! – geweldig eigenlijk.

Ligstoelen in de kloostergang van de (voormalige dominicaanse) Jacobijnenkerk in Toulouse.

Dat ik het toch eigenlijk helemaal niet zo geweldig vond, realiseerde ik me toen mijn familie opsomde hoeveel geluk ik had. Ik had bijna alles gezien wat ik wilde, toch? Voor hen was het een en al dominicaanse sporen geweest, terwijl ik ‘nog niks dominicaans gezien had’.

Ik belandde nog een keer bij de Jacobijnerkerk. Dit keer ging ik de kloostertuin in. Daar was opnieuw het thema ‘vrijheid’ en nu ging het over mezelf. Zo op zoek was ik, dat ik niks vond: zo vast in mijn verwachtingen, zo opgesloten in mijn denken, zo verkrampt in mijn lijf.

Inspiratie vond ik genoeg, maar ik had kennelijk meer nodig. Kwam het door de rust van die tuin midden in de stad, met al dat groen? Of door het licht in de open kerk, of door het besef dichtbij Thomas van Aquino te zijn?

Het was heerlijk dominicaans bijtanken, maar die ligstoelen in de kloostergang deden het. Als ik nog niet van dominicanen had gehouden, was hier vast en zeker de vlam overgeslagen.

Die stoelen nodigden me uit om los te laten, even de boel de boel te laten, lekker onderuit te zakken en te genieten van zon, rust en stilte. Zo vond ik mezelf terug.

En zo vond ik Dominicus terug, want eigenlijk was hij aldoor bij me geweest, bij de wandelingen in de natuur en in de stille Franse dorpjes, bij de kaarsjes in de kerken, op het terras bij een ondergaande zon, in de grotten diep in de aarde. Ik liep in zijn voetsporen.

Pierre Bayle, Femke Halsema, Thomas van Aquino, Antoine de Saint Exupéry… ze inspireren me met hun gedachten, hun visies. Maar aldoor keek ik door de ogen van Dominicus, naar hen, naar hun verhaal en tenslotte ook naar mezelf.

Opnieuw zag ik: je bent meer dan je gedachten, meer dan je brein. Je bent lichaam en ziel, hoofd én hart, verstand én gevoel. Zorg goed voor dat lieve lijf.

Dominicus liet me ook anders kijken naar de katharen die zo negatief dachten over lichamelijkheid. Ze bogen dan wel niet voor de macht, maar ze liepen daardoor ook leven mis. Dominicus had een ander verhaal, een verhaal over liefde, over heel zijn. Over denken én voelen. Gelukkig gaf hij niet op en bleef hij zijn verhaal vertellen. Een verhaal om te blijven vertellen en horen.

Om van te leven. Tot op vandaag. Want:

‘Ik wil begrijpen wat de liefde is, onthouden dat dat alles is, of toch bijna. Ik wil redden wat er te redden valt, mijzelf bijvoorbeeld, ik wil weten wat ik waard ben, kiezen voor wat klopt en goed is, geloven dat dat mag. Ik denk: dat is het, ik wil durven, eindelijk. Ja.’ (Griet Op de Beeck, Kom hier dat ik u kus)

Monument op de plaats voor Montsegur, waar meer dan 200 katharen werden verbrand in 1244. Foto Arjan Broers

*

Met dank aan Els van der Ree

Zie ook:
De kathaar, de inquisiteur en de dominicaan in ons
‘Doms Tours’: aanrader voor de spoorzoeker
Nederlandse wandelstok en Franse rozenkrans

Meer weten over de lekendominicanen?