e volgen geen kaart maar een mens, geen reisgids maar een levend Woord.
Ernst Marijnissen o.p.
Na de maaltijd legt Jezus zijn kleren af. Dat is een prachtig gebaar van ontlediging: hij maakt zich kwetsbaar en ontdoet zich van de uiterlijke tekenen van rang of stand. Hij omgordt zich met een doek, waarmee hij, na de voeten van een leerling gewassen te hebben, deze afdroogt. Zijn handeling van dienstbaarheid is zijn ware kleding. Hier wordt op een ontroerende wijze getoond hoe kleren de ware mens maken. Zo gaat hij de rij van zijn vrienden en vriendinnen langs. Wie deze kleding draagt gaat de weg van Jezus en is een dienaar of een dienares van de Ene.
Daarom wast Jezus onze voeten.
Na Jezus’ dood werden de christenen aanvankelijk genoemd: mensen van de weg. Zij, en dus ook wij, zijn voortdurend op uittocht, exodus, weg uit de wereld van de gevestigde orde en haar vanzelfsprekendheden. Dit beeld is in latere tijden verdwenen en dat is jammer. Christenen gaan een weg. Die weg verandert van aanzien en is nauwelijks voorspelbaar. Ze moet altijd weer worden gezocht en uitgezet. Christenen gaan geen gebaande wegen en lopen geen route, die op een kaart staat aangegeven. Ze volgen geen kaart maar een mens: Jezus Messias. Ze volgen geen reisgids maar het levende Woord. Ze zijn altijd onderweg en dus in beweging. Wie stilstaat roest en wordt onbewegelijk.
Daarom moeten wij elkaar de voeten wassen.
*
Uit de preek van Ernst Marijnissen o.p. (die op 31 maart 90 jaar wordt!) op Witte Donderdag 2016 in de kloosterkapel van Huissen. Klik hier voor de hele tekst.
Paus Franciscus waste op Witte Donderdag de voeten van vluchtelingen, mannen en vrouwen, christenen, moslims en hindoes.