13 November 2015

Herman Wijffels: ‘Schillebeeckx zag ver vooruit’

Ga naar overzicht

Deel op:

chillebeeckx zag in de jaren zeventig al dat heelwording van mens, samenleving en natuur de grote opdracht van onze cultuur zou worden. Dat zei Herman Wijffels vrijdag bij de presentatie van het laatste boek van Edward: 'Verhalen van een levende’.

Het boek, geheel in de stijl van de in 2009 overleden magister een flinke pil, werd vrijdag 13 november gepresenteerd in de Aula van de Radboud Universiteit. Het is een uitgave van Valkhof Pers en is geredigeerd door zr. Hadewych Snijdewind o.p. Verhalen van een levende bevat vooral preken van de beroemde Vlaams-Nederlandse dominicaan.

Het eerste exemplaar van de bundel werd aangeboden door zr. Hadewych aan Erik Borgman. In dat gebaar werd een aantal rollen omgedraaid. De hoogleraar theologie en lekendominicaan mocht niet spreken, alleen luisteren en ontvangen, dat was er één. Hij kreeg te horen hoe Edward zelf veel geleerd heeft van Erik, die wel zijn bekendste leerling mag heten, da’s twee. En als extraatje kreeg Erik de warme sjaal die zijn oude meester aan het einde van zijn lange leven graag droeg omgehangen, als was het een stola.

Hadewych Snijdewind spreekt zaal en Erik Borgman toe

Kort tevoren had Herman Wijffels, voormalig bankier en de laatste jaren een groot pleitbezorger van ecologische vernieuwing, in een boeiend betoog duidelijk gemaakt hoe visionair Schillebeeckx was. Wijffels kenschetste onze tijd als antropoceen: voor het eerst in de geschiedenis wordt de staat van de aarde als leefsysteem bepaald door de mens.

Dat is het resultaat van enorme successen sinds de Verlichting en de industriële tijd, maar we schieten in deze tijd over de draagkracht van de aarde heen. ‘We denken lineair’, zei Wijffels, ‘we gebruiken en vervuilen. Daarmee tasten we de basis van het leven zelf aan.’

Wijffels-over-schillebeeckx

De grote uitdaging is onszelf opnieuw te verbinden met het leven. Niet alleen vanuit ons rationele denken, het spoor dat Descartes wees met zijn cogito ergo sum, maar ook vanuit onze emoties, ons aanvoelen, onze lichamen en onze onderlinge verbondenheid, tot op moleculair niveau. ‘Dat is de volgende fase in het lange ontwikkelingsproces dat de geschiedenis van de mensheid in feite is’, zei Wijffels.

Schillebeeckx schreef al in 1973 over de ecologische en technische crisis: ‘Onze ervaring stompt af door eenzijdige beoefening van wetenschappelijke en technische vermogens’, citeerde Wijffels hem. ‘Dat sluit veel ervaringsgebieden en mogelijkheden af. Schillebeeckx zag al kort na het rapport van Rome dat dit niet alleen over onze economie ging, maar ook over de vervreemding van de natuur en het leven zelf. De eerbiediging van grenzen en het vinden van een evenwicht tussen natuur en techniek noemde hij een antropologische constante.’

Schillebeeckx stelde in latere publicaties dat heelwording een opdracht is aan ieder van ons, en aan onze cultuur. Wijffels: ‘Dit zag en doorzag hij al dertig, veertig jaar geleden. Dat was een grensverleggend perspectief toen, vandaag de dag heeft het nog niets aan relevantie ingeboet.’

untitledVerdere sprekers bij het minisymposium over grenzen waren Frans Maas, Ignace D’Hert o.p., de jonge theologen Jelle Hoksbergen en Anne van den Berg en Hadewych Snijdewind zelf. De eerste vergeleek Schillebeeckx met Meister Eckhart, vanwege de breedte van de blik en de bereidheid om niet alleen Lesemeister, maar ook Lebemeister te zijn.

De laatste vertelde hoe Schillebeeckx, gesteund door de toezegging van Valkhof Pers, in zijn laatste jaren opnieuw door zijn preken en andere teksten ging, ‘in het bewustzijn van het lijden in de samenleving en via de humus van de godsdienst’.

ISBN 978 90 5625 385 1, Omvang 444 blz., €42,50 Valkhof Pers

Tekst: Arjan Broers