n het Berchmanianum in Nijmegen overleed op 25 april 2015 plotseling Jan Rijneveen, dominicaan. Hij was 79 jaar oud en 61 jaar geprofest. Bij zijn uitvaart op 30 april werd dit in memoriam uitgesproken.
Jan werd op 17 juli 1935 geboren te Schiedam. Hij kreeg als doopnamen Johannes Adrianus mee. Zijn ouders waren Antonius Johannes Rijneveen en Arnolda Catharina Heggelman. Zij hadden een melkzaak en hadden in totaal vijf kinderen: drie zoons en twee dochters. Jan deed een jaar MULO en 1,5 jaar Hanze avondschool. Hij werkte mee als hulp in de melkzaak.
Op 12 oktober 1950 schrijft de dominicaan Huub van Aubel het volgende: ‘Onder mijn misdienaars heb ik een nieuwe candidaat om Broeder in onze Orde te worden. Zijn naam is Jan Rijneveen. Een godsdienstige jongen uit een prima gezin. Wat zijn karakter betreft, kan ik hem misschien het best typeren met: een pientere rakker!’
Op 23 juli 1953 legt Jan zijn eerste professie in de Orde af. Een jaar daarvoor hadden zijn broers Cock en Ton zich al door middel van de professie verbonden aan de Dominicanenorde. Bij zijn plechtige professie wordt ten aanzien van zijn geschiktheid het volgende opgemerkt: “Goed overleg, kan zelfstandig werken, prettig in de omgang, vroom, vooral kok”.
Tot 1961 werkt hij achtereenvolgens als bijkok of kok in het Albertinum te Nijmegen en onze kloosters in Huissen, Ryckholt, Zwolle en Rotterdam. In 1961 wordt hij geassigneerd in Venlo, niet als kok, maar als koster. De provinciaal vindt dat het geen kwaad kan als hij een ander werk gaat verrichten.
In 1966 keert hij terug op het Albertinum, om daar weer als kok te werken. Hij gaat er zijn creatieve kant meer ontwikkelen, vooral in de schilderkunst.
In januari 1983 vraagt hij de provinciaal om uit het Albertinum te mogen vertrekken, omdat het leven in een grote gemeenschap hem te zwaar valt. In juli 1983 wordt hij geassigneerd in het klooster te Venlo. In december 1984 maakt hij duidelijk dat nog langer wonen in de communiteit te Venlo geen optie is.
In 1985 gaat hij zelfstandig wonen op het terrein van de zusters dominicanessen van Bethanië te Venlo. In 1996, na het vertrek van de zusters, gaat Jan wonen in een appartement aan de Mercatorstraat.
Ondertussen exposeert hij geregeld zijn schilderwerken, maar zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid beginnen zorgen te baren. In januari 2003 verhuist hij naar het Berchmanianum. Hij stopt met schilderen, maar doet zijn creativiteit daar gelden door te spelen met taal. Vele vellen papier schrijft hij er vol met gedachten en gedichten.
In het Berchmanianum was hij tamelijk op zichzelf, maar hij stelde er een genoegen in om goed op de hoogte te blijven van al wat er in huis gebeurde. De laatste jaren moest hij vooral lichamelijk inleveren, hij klaagde over pijnen en ging langer op bed liggen. Op zaterdagochtend 25 april 2015, toen hij op zijn kamer klaar zat om de eucharistieviering te gaan volgen via het interne TV-kanaal, werd hij overvallen door de dood.
De eucharistie bij zijn afscheid hebben we gevierd in de H. Dominicus te Nijmegen op donderdag 30 april, waarna hij begraven is op het kerkhof van de dominicanen aan de Willem Schiffstraat.
Moge hij eeuwige rust hebben gevonden bij God.