oen Leo de Jong o.p. dertig jaar geleden voor het eerst in Malaga kwam, lag het convent van de dominicanen in een verpauperde en verloederde buurt. &Niet slecht voor bedelmonniken’, schrijft hij. Inmiddels is die situatie veranderd…
Wat mij interesseerde was de golfbeweging van de tijd, waarop het convent van de Dominicanen in Malaga meebewoog. Behalve veel medewerking aan het Spaanse gevoel voor religieuze dramatiek – zie het Mariabeeld in de openbare kapel en de deelname aan de &Semana-Santa’-optochten – waren de broeders in Malaga destijds behoorlijk sociaal bezig.
Dat veranderde grondig, want het stadsbestuur knapte de buurt zo radicaal op, dat het nu een van de meest chique wijken van de stad is. En daar zitten die bedelmonnikken dus, temidden van glazen paleizen en dure hotels!
Maar hoera! Op het plein achter het klooster verrezen een paar tenten, die gratis voedsel verstrekken aan de vele armen en werkelozen, die Spanje door de financiële crisis nu telt. Of de gasten van de hotels dit uitzicht zullen waarderen?
Toch vind ik het een goed teken: niet iedereen is zo rijk als jullie. En mij werd verteld,dat sommigen zich die boodschap aantrokken, want de armenkeuken kreeg soms heel aanzienlijke bedragen. Zo kan je zelfs preken zonder een woord te zeggen, maar door te koken.
Leo Raph. A. de Jong o.p.
Ook dominicaanse sporen gevonden op vakantie?